Jouke van Duijsen |
Mijn ouders kwamen eten en mijn vader raapte mijn visitekaartje
van de keukenvloer op dat daar om onbekende redenen terecht was gekomen: ’Jouke van Duijsen, Junior Technical Engineer IP-related
products’, las hij hardop voor. “Een mond vol”, zei hij, “maar wat doe je nou
precies?”
“Ik
werk met mensen”, antwoordde ik, om hem te prikkelen. “Met mensen?” vroeg hij,
“jij bent toch iemand die raadselachtige dingen doet met computers en netwerken?
Een nerd, zou ik maar zeggen.” Ik lachte. “In feite draait mijn werk om het
leggen van verbindingen tussen mensen én tussen mensen en techniek. Het creëren
van connectiviteit, dat is mijn vak.”
Mijn vader liep naar de huiskamer en zette zich in mijn luie stoel.
Ik legde hem uit dat ik wel een techneut ben. Maar dat connectiviteit
net zo goed een technisch als een sociaal begrip is. “Als ik alleen verstand
heb van bits en bytes en niet kan aansluiten bij de belevingswereld van
installateurs en eindgebruikers, dan wordt het niks”, verduidelijkte ik hem. “De connectiviteit,
de verbinding tussen mij en een installateur is
een absolute voorwaarde om systemen goed te laten werken. Zonder
goede menselijke verbinding, geen verbinding van systemen”, lichtte ik toe. Mijn vader ging er eens goed voor zitten…
“Kijk”, vervolgde
ik, “Connectiviteit speelt in het dagelijks leven een steeds grotere rol. Systemen
worden met elkaar verbonden, maar mensen ook. Want anders werken die systemen
niet. Techniek beïnvloedt ons
voortdurend, maar andersom beïnvloedt de mens als bedenker en toepasser ook de
technologie. Om optimale technische connectiviteit te bereiken, kun je niet
zonder sociale connectiviteit. Met andere woorden: mijn relatie met mijn klant
is dus minstens zo belangrijk als de techniek zelf. Techniek geeft vorm aan
mensen en mensen geven vorm aan techniek. Sinds ik bij Comelit werk, word ik me
daar steeds bewuster van.”
Binnen Comelit heb ik twee taken: “Op de eerste plaats ondersteun ik installateurs met de installatie en configuratie van digitale video-deurintercomsystemen (ViP) en camerabewakingssystemen, met als expertise de IP-techniek. Op de tweede plaats ondersteun ik de Technisch Directeur bij verschillende interne IT-vraagstukken.” Mijn vader knikte.
Binnen Comelit heb ik twee taken: “Op de eerste plaats ondersteun ik installateurs met de installatie en configuratie van digitale video-deurintercomsystemen (ViP) en camerabewakingssystemen, met als expertise de IP-techniek. Op de tweede plaats ondersteun ik de Technisch Directeur bij verschillende interne IT-vraagstukken.” Mijn vader knikte.
“Ik ondersteun installateurs telefonisch en via e-mail. Ze vragen me naar
de mogelijkheden van onze systemen of willen
weten of zaken goed ingeregeld zijn. Bovendien hebben installateurs ter plekke vaak
te maken met IT’ers, die onze producten en integratiemogelijkheden niet goed kennen.
Wat ik merk is dat techniciens en IT’ers niet altijd elkaars taal spreken. Via
de Comelit-supportdesk ben ik één van de verbindende schakels tussen die
twee werelden. Onze klanten waarderen die
ondersteuning enorm”, verzekerde ik mijn
vader die inmiddels naar de keuken loerde waar mijn vrouw en mijn moeder iets
uit de oven haalden. “Intern zijn daar bij ons goede afspraken over gemaakt.
Ons doel is heel simpel: we willen klanten en eindgebruikers blij maken. Dus we
helpen hen snel en goed! Er is geen fabrikant die op dergelijke intensive wijze
ondersteuning biedt. Het is echt uniek. Dat weet ik zeker, want ik loop al een
tijdje mee in dit wereldje.”
“Je brengt het overtuigend”, zei mijn vader, “en je
hebt er plezier in.” “Zeker”, zei ik, “ik vind het fijn om techniciens, IT’ers
en eindgebruikers te laten ontdekken hoeveel er mogelijk is met onze producten.
Wist je bijvoorbeeld dat ons ViP-deurintercomsysteem toekomstbestendig is,
omdat het geschikt is voor de IP-glasvezelinfrastructuur die je in alle
nieuwbouw vindt? En wist je dat het bij deurintercom over IP zeer eenvoudig is om
alle moderne voorzieningen in technische zin te integreren? Comelit beheerst de
kennis om de meerwaarde van deze technieken ten volle te benutten.”
Ja, dat wist mijn
vader wel. Dat wil zeggen: hij had nu wel een indruk. “Ik denk dat we maar eens
aan tafel moeten”, zei hij de keuken inkijkend. “Nou”, zei mijn vrouw
verontschuldigend, “Je zult nog even moeten wachten. Ik had de oven op 50
graden gezet in plaats van op 250.” Zichtbaar teleurgesteld schudde mijn vader
zijn hoofd: “Connectiviteit is ook in de keuken van groot belang.”
Zo, daar had mijn
vader een punt. Ik had het niet beter kunnen zeggen.
Door Jouke van Duijsen, Junior Technical Engineer IP-related
products